De energiecrisis die volgde op de Russische inval in Oekraïne, heeft de Europese economie vorig jaar hard getroffen. De stijgende gasprijzen na de stopzetting van de Russische gasleveringen aan het continent deden de energierekeningen tot ongekende hoogten stijgen, verhoogden de inflatiedruk en zetten een rem op de koopkracht.
In deze notitie willen de economen van de ABN Amro de situatie voor de komende winter beoordelen. We zullen kijken naar de factoren die tot de crisis hebben geleid en naar de veranderingen die daarna hebben plaatsgevonden. Op basis van onze bevindingen zullen wij een inschatting maken van de vooruitzichten van de energieprijzen voor de komende winter.
Er zijn mogelijke zwarte zwanen voor de gasprijzen
Kortom, Europa heeft het afgelopen jaar veel vooruitgang geboekt. Het gat dat is ontstaan door de daling van de gasinvoer uit Rusland is grotendeels opgevuld door andere leveranciers. De gasbuffers zijn ruim. Zo ruim, dat LNG-tankers soms naar Azië uitwijken om daar afnemers te bedienen. Verder is de hoeveelheid energie die wordt opgewekt met zonne- en windenergie gestaag toegenomen. Bovendien is het gasverbruik gedaald doordat energie veel efficiënter wordt gebruikt.
Maar we zien ook verzachtende factoren
Dan zijn er ook nog mogelijke meevallers. Zo kwamen de problemen met de gasvoorziening vorig jaar op een ongelukkig moment. Om te beginnen stonden de Franse kerncentrales op een laag pitje, omdat er onderhoudswerkzaamheden werden uitgevoerd. Nu deze grotendeels achter de rug zijn, kunnen de Franse kerncentrales weer meer energie leveren. Traditioneel draaien deze kerncentrales voor een belangrijk deel op uranium uit Niger. Sinds de militaire coup in Niamey is de aanvoer daarvan minder verzekerd. Dit hoeft echter niet direct tot problemen te leiden, want Frankrijk heeft de risico’s de afgelopen jaren gespreid door steeds meer uranium uit andere landen te betrekken.
Een andere potentiële meevaller voor de energievoorziening komt van waterkracht. Door de reeks warme zomers waren de waterstanden in Europa vorig jaar laag. Als gevolg daarvan wekte waterkracht een vijfde minder energie op dan normaal. Periodes van droogte en hevige regenval deze zomer laten zien dat klimaatverandering ook dit jaar zijn tol eist. Maar als de weersomstandigheden zich enigszins normaliseren, zal de opwekking van waterkracht zich waarschijnlijk verder herstellen, wat de extra vraag naar gas bij een koudere winter gedeeltelijk kan compenseren.
Tot slot hebben sommige landen ook hun toevlucht genomen tot een minder wenselijk alternatief vanuit klimaatoogpunt: steenkool. Na de problemen met de gasleveringen uit Rusland besloten sommige Europese landen om kolencentrales langer open te houden dan eerder gepland. Dit was een relatief eenvoudige maatregel, want de productiecapaciteit is er al, er zijn verschillende betrouwbare producenten dus de leveringszekerheid is gegarandeerd, en de prijs is relatief laag. Toch zou het onverstandig zijn om lang vast te houden aan deze noodmaatregel. Het is slecht voor het milieu en zou de internationale geloofwaardigheid van Europa’s klimaatambities schaden. Andere landen kunnen het als rechtvaardiging beschouwen voor minder ambitieuze klimaatdoelstellingen van hun kant.
Onze verwachtingen voor gasprijzen in het basisscenario en het negatieve scenario
Al met al denken we dat de gasprijzen komende winter hoger zullen zijn dan in de jaren vóór de energiecrisis. Nu er minder aanbod is uit Rusland, is de gasmarkt krapper geworden. Bovendien brengen voorzorgsmaatregelen in de vorm van hogere voorraden extra kosten met zich mee en een hoger gemiddeld prijsniveau. We gaan uit van een gemiddelde TTF prijs van 55 EUR/MWh voor de tweede helft van 2023 en van 60 EUR/MWh voor geheel 2024. Bovendien heeft LNG een groter aandeel gekregen in de totale gasmix. Dit betekent dat gasprijzen gevoeliger zijn voor wereldwijde veranderingen in vraag en aanbod. Prijzen kunnen daarom meer fluctueren dan vóór de crisis. Dit hebben we het afgelopen jaar al gezien toen onderhoud aan gasfabrieken in Noorwegen en de VS tot kortetermijnprijsschommelingen leidde. Maar op een wereldwijde markt zullen de gasprijzen minder ver uitslaan.
Gasprijs kan ook exploderen
In een negatief scenario waarin Rusland alle uitvoer naar Europa stopzet, komen onze schattingen uit op een gemiddelde TTF-prijs op jaarbasis van 110 EUR/MWh in 2023 en 150 EUR/MWh in 2024 (ongeveer 100-150 procent hoger dan in ons basisscenario). Het hogere niveau van de gasprijzen zal de inflatie aanwakkeren, zij het in beperkte mate. Als vuistregel geldt dat een stijging van de gasprijzen met 10% de totale HICP-inflatie met ongeveer 0,1 procentpunt doet stijgen. Dit zal de koopkracht van huishoudens aantasten en een rem zetten op de consumptiegroei. De last van hogere gasprijzen zal echter gelijkmatiger worden verdeeld. Terwijl de prijsplafonds en subsidies voor gas binnenkort aflopen, zal de overheidssteun waarschijnlijk meer gericht zijn op huishoudens met een laag inkomen die in huizen met een zwak energielabel wonen. Energie-intensieve bedrijven en sectoren die te maken hebben met buitenlandse concurrenten die toegang hebben tot goedkopere energiebronnen, zullen ook te lijden hebben onder de hogere gasprijzen, zodat de economische groei ook iets lager zou kunnen uitvallen.